zaterdag 24 maart 2018

Begrijpe wie begrijpen kan: goedkoper van Venlo naar Zandvoort vanuit Duitsland

De fictieve casus: ik ben over twee weken in Venlo te vinden, het wordt laat en ik wil naar huis toe. Het is een lange rit, en zonder abonnement is Venlo-Zandvoort een duur grapje: 25,10 euro, wanneer ik met mijn OV-Chipkaart reis.

Fig 1: de details Venlo-Zandvoort

25,10 euro? Stel, ik kom uit Duitsland vandaan. Daar kun je soms Sparpreisen aantreffen voor een route met de lengte van Leer (Ostfriesland) naar München voor 19,90 euro. Dan is zo'n stukje Venlo-Zandvoort nog peanuts te noemen. In alle ernst - wat als ik uit Duitsland kom, en wel uit Mönchengladbach, en ik ken niks anders dan de DB?

Fig 2: vanuit Mönchengladbach naar Zandvoort. In de maand april wat twijfelachtig, maar er zijn mensen die dit zouden kunnen doen.
Fig 3: resultaten voor Mönchengladbach-Zandvoort

Ach kijk, een Sparpreis Mönchengladbach-Zandvoort, met de ICE voor 29,90. Als de tijd past, dan kan dit altijd. Stel nu voor dat ik via Venlo moet omdat ik precies heb afgesproken met iemand in Venlo om daarmee samen naar Zandvoort te rijden. Deze rakker is pas om acht uur in de avond vrij.

Fig 4: Mönchengladbach-Venlo-Zandvoort

Geen Sparpreis. Da's jammer, maar ik reis wel iets langer met de trein dan vandaag, en ik ga er altijd van uit dat systemen als deze dom zijn. We weten wel iets, maar net niet genoeg om echt in je voordeel te kunnen werken. Je moet ze soms een handje helpen, door ze expliciet te vertellen wat je precies wilt, namelijk: via Venlo rijden.

Fig 5: Mönchengladbach-Venlo-Zandvoort bis

Vanaf dit moment wordt de route Mönchengladbach-Venlo effectief opgedeeld in twee segmenten: Mönchengladbach-Venlo en Venlo-Zandvoort. Zodra ik echter Mönchengladbach-Venlo los opzoek op bahn.de, zal ik geen Preisauskunft vinden, want: VRR-Tarif, en de site is te beperkt om die tarieven weer te geven; en zodra ik Venlo-Zandvoort opzoek op bahn.de, zal ik óók geen Preisauskunft vinden, want: Es gilt Auslandtarif. Hoe komt die gekke site dan in hemelsnaam op die 32,70 euro terwijl 'ie geen prijzen ter beschikking heeft voor Mönchengladbach-Venlo én Venlo-Zandvoort om hem moverende redenen? Begrijpe wie begrijpen kan...

Ik ben wel benieuwd naar de echte prijs voor Mönchengladbach-Venlo. Zodra ik op de bijzonder gebruiksvriendelijke en overzichtelijke site van de VRR op ga zoeken wat dan hier wel de prijs is, word ik echter onverbiddelijk de bus in gejaagd op de dag erop.

Fig 6: De bijzonder gebruiksvriendelijke en overzichtelijke site van de VRR.

Treinen tussen Viersen en Venlo bestaan opeens niet meer en prijzen zijn dan helemaal een mysterie. Met wat omwegen denk ik het eindelijk gevonden te hebben via Tickets wählen > Ticketberater > zum Ticketberater, maar daar kom ik op een lege pagina uit met een gebrek aan 404. Dat gaat me geen tarieven opleveren. Tjonge, zijn de prijzen tot een staatsgeheim verworden? Nou, niet echt, maar je moet er wel voor gestudeerd hebben, want eigenlijk is het één grote ingewikkelde formule, want je moet - volgens de pagina van het EinzelTicket - het aantal zones (Preisstufen) nemen - die te vinden zijn in een overzichtskaart bij Preisstufen im VRR in een redelijk verscholen PDF'je - en na wat zoeken naar Wally naar waar Venlo en Mönchengladbach ligt op de kaart met zones, is de conclusie: er worden vier zones met de trein doorkruist. Gefeliciteerd, maar dan weet je het nog niet, want nu moet je op basis van het aantal zones nog eens de juiste Preisstufe kiezen. A is het niet, B ook niet, maar is het dan C? Je reis moet binnen één van de 19 'unterschiedliche Regionen' vallen, en welke dat zijn moet je ook nog eens terugvinden. Weer een beetje zoeken levert een aparte pagina over de 'nieuwe' Preisstufe C op, en ja hoor: helemaal onderaan, wanneer je na de onduidelijke afbeelding met regio 1 waar Venlo in staat Mönchengladbach niet aantreft, zijn zowel Venlo als Mönchengladbach te vinden in de afbeelding van regio 19. Glorie: de reis zou 12,50 euro moeten kosten. Een hoop gedoe om niks, want ik ben er helemaal niets mee opgeschoten en, sterker nog, ik ben mijn hele oorspronkelijke punt voorbij geschoten.

Even een paar stappen terug dus: ik wil gewoon van Venlo naar huis toe, maar dan vanuit Duitsland. Ik kan evengoed ook vanuit Keulen, via Venlo naar huis toe rijden, maar dan gebeurt er ook al iets opmerkelijks:

Fig 7: Köln-Venlo-Zandvoort

Köln ligt niet in het VRR-gebied en dan kan het alleen maar ingewikkelder worden. De site gaat om mijn leeftijd vragen en dan komt ze slechts met een Flexpreis, zoals eigenlijk de vorige figuur op bahn.de ook al toonde. Het is een stuk duurder geworden, en via Venlo rijden is dus eigenlijk eerder een verschrikking dan een praktisch iets, dus dan kan ik beter niet afspreken en eerder zonder voorkeur voor Venlo maar eens kijken naar alternatieven.

Fig 8: Köln-Zandvoort zonder expliciete notering via Venlo
Fig 9: Köln-Zandvoort

Aha! 19,90! Vanuit Keulen naar Zandvoort voor de figuurlijke 20 euro, ditmaal via Arnhem, nog wel. Nog steeds geen Venlo, maar opeens is die prijs wel sterk gedaald: in plaats van 25 euro Venlo-Zandvoort is dit 20 euro geworden voor Keulen-Zandvoort. Hoe kan dit? Wel, eigenlijk is het vrij eenvoudig te verklaren. Het sleutelwoord is Fernverkehr en alle IC's, EC's en ICE's behoren tot het Fernverkehr, een aparte tak binnen de DB, en alleen voor deze kunnen Sparpreisen opgeworpen worden. De vorige prijzen omvatten uitsluitend Nahverkehr, en tariefintegratie van twee verschillende tariefsystemen is een nachtmerrie voor iedere systeemontwikkelaar en vooral reiziger: zeker als deze gedoemd is om de site van de VRR hiervoor te gebruiken.

Voor Sparpreisen boeien de treinen in Nederland niet - het zijn de treinen in Duitsland die er toe doen, de treinen in het binnenlands verkeer. De EC in kwestie is afkomstig uit Klagenfurt in Oostenrijk, da's niet bepaald binnenlands verkeer, maar het deel van de route die gevolgd wordt (Keulen-Düsseldorf in dit geval) maakt dat dit 'binnenlands is', en omdat deze binnenlandse rit een afstand verlegt van minder dan 100 kilometer is deze prijs 19,90 euro en geen 29,90 wat het minimum is voor Sparpreisen op langere binnenlandse trajecten. Heel soms wil dat ook nog wel eens 19,90 zijn bij bijzondere acties, maar dat is eerder uitzondering dan regel.

Met al deze kennis in het hoofd, wil ik nu alsnog via Venlo. Met enkel Nahverkehr ga ik geen goede prijs eruit slaan, dus moet ik op de één of andere manier een 'logische' route bedenken waarin Fernverkehr voorkomt. De route van deze EC uit Klagenfurt is op te zoeken, en laat ik eens een paar stations verderop nemen als 'beginpunt', een oord waar ik eigenlijk ook nog naartoe wil: Andernach.

Fig 10: Andernach-Venlo-Zandvoort
Fig 11: Detailoverzicht Andernach-Venlo-Zandvoort
Fig 12: Alle haltes die hiervoor voorbij gekomen zijn: Köln Hbf; Mönchengladbach Hbf en Venlo

Conclusie: door niet Venlo als beginpunt te nemen voor een reis naar Zandvoort, maar een één of ander onbekend gat dat toevallig door een Intercity/Eurocity wordt aangedaan, kun je voor 19,90 euro van Venlo naar Zandvoort toe, in plaats van voor de gebruikelijke 25,10 euro. Wat scheelt het? 5,20 euro, zeker 20%. Als je toevallig wel uit Andernach komt, is dat alleen maar mooi meegenomen. Wel gelden een paar voorwaarden: zolang de voorraad strekt en het moet een zekere periode van tevoren gekocht zijn.

Begrijpe, wie begrijpen kan...

Begrijpe wie begrijpen kan: Schwyz - Zürich - Bremgarten - Zürich is goedkoper dan enkel Schwyz - Zürich

Sächseläuten is een lentefeest dat ieder jaar in Zürich gehouden wordt. Ik wil er ooit eens naartoe, maar wanneer dat is, is eigenlijk nog een grote vraag. Ik ben wel nieuwschierig naar wat zoiets eigenlijk kost en wat ik onderweg daarnaartoe doen kan, want alleen maar naar een plaats toegaan die ver weg ligt om iets te zien is niet echt iets voor mij. Ik zie graag meer dan één plaats, en zo komt het idee op om ook het dorpje Schwyz en de bijbehorende omgeving aan te doen.

De casus is als volgt: ik kom ergens aan, overnacht in Schwyz, en ik ga de volgende dag, op een maandag, naar Zürich. Op deze maandag eindigt Sächseläuten, met parades van de 'Zünfte' (nijverheden) en om 18:00 wordt een grote brandstapel in de fik gestoken, met daarbovenop een grote sneeuwpop, gemaakt van hout en ander materiaal dat goed brandt, gevuld met explosieven. Als de brand de top heeft bereikt, knalt de Böögg uit elkaar, en het idee is, dat des te sneller de Böögg explodeert, des te beter de zomer wordt. Enfin, één groot spektakel.

Ik ga met de trein, en als ik op zoek ga naar de route en de prijs voor deze rit, ga ik naar sbb.ch en dan voer ik Schwyz > Zürich HB in.

Fig 1: invoerscherm
Fig 2: de route
Fig 3: het reisadvies met prijs

Het is gelukkig een directe trein, de interregio. De prijs zegt 13.50 CHF, maar eigenlijk doet de SBB hier iets heel sneakys. Zwitserland is een duur land, dat weten we allemaal, en de SBB wil zich een beetje als 'goedkoper dan je denkt' profileren door op deze overzichten met reisadviezen dit bedrag te tonen, en dan kun je zeggen: voor Zwitserse begrippen is dit wel ok. Het is een rit van ongeveer 55 kilometer, wat ongeveer gelijk is aan de afstand Leeuwarden-Steenwijk, en die rit per trein kost bij de NS 10 euro (11 euro als je het in de automaat als los kaartje koopt vanwege de toeslag als straf voor het niet hebben van een OV-Chipkaart). De Zwitserse prijs en de Nederlandse prijs zijn wel vergelijkbaar, maar vóór de Zwitserse prijs, staat het woordje "Ab", wat zoiets wil zeggen als: vanaf, en dat woord mag je heel letterlijk nemen. In Zwitserland bestaat er zoiets als een Halbtax, wat een abonnement is, waarmee je tegen 50% korting met de trein kan reizen, en prijzen worden op de SBB-website standaard als Halbtax-prijs aangegeven, dus deze 13.50 CHF is in werkelijkheid 50% van het bedrag waar je als persoon zonder Halbtax geen recht op hebt.

Fig 4: de werkelijke prijs

Zodoende wordt dit ritje opeens 27 CHF, wat inderdaad betekent: godkolere wat is Zwitserland een duur land. Hoe dan ook, de route is dit:

Fig 5: een directe verbinding

Ik heb het al eens eerder geschreven geloof ik, maar ik heb eerder met de Sparpreis van DB reizen gemaakt waarbij ik met één enkel kaartje, bijvoorbeeld van Berlin Hbf naar Bad Bentheim gereden heb à 29,90 euro, terwijl ik onderweg gestopt ben, uitgestapt ben en ben gaan wandelen in Hannover en Osnabrück, door creatief te zijn met de via-stations. Die strategie probeer ik hier ook toe te passen, en wel bij een oord waar ik nog niet geweest ben, maar wel twee jaar terug in de buurt bij was: Bremgarten. Het is een klein stadje met een aardige oude kern, en ik schat in dat Bremgarten als via-station mooi te integreren is in mijn route.

Fig 6: Schwyz-Zürich, via Zürich, via Bremgarten

Een rit naar Bremgarten zonder via Zürich te gaan is best complex met drie keer overstappen en dat is ergens de moeite niet waard, dus denk ik: wat als ik nu via Zürich ga, gewoonweg uit pure willekeurigheid.

Fig 7: de route via Zürich en Bremgarten: effectief een heen-en-weer Zürich-Bremgarten

Wanneer ik dit opzoek, gebeurt iets onwaarschijnlijks:

Fig 8: het reisadvies met prijs

A: er verschijnt plots een 'Sparschienen'-icoontje, dat het equivalent is van de Sparpreis in Duitsland, en B: de route is zowaar goedkoper! Hier is sprake van exact dezelfde trein als aangegeven in figuur 5, maar dan met een 'onnodige' via in Bremgarten.

Fig 9: dezelfde directe route Schwyz-Zürich, met Bremgarten als via

Blijkbaar is op deze manier de route Schwyz-Zürich zonder Halbtax 3 CHF goedkoper geworden, en zo kun je als bonus ook nog eens gratis vanuit Zürich naar Bremgarten toe en er ook nog eens een paar uur gaan wandelen omdat je hier aan kan geven (zie figuur 6) hoe lang de overstap op je via-station moet duren...

Begrijpe wie begrijpen kan...

vrijdag 9 maart 2018

28-29 januari 2018 - Sønderborg, Gråsten, Flensburg, Glücksburg en een stuk Niederrhein

De dag erna wacht een huisgemaakt ontbijt op mij, met broodjes die ietwat kleiner uitgevallen waren dan eigenlijk de bedoeling was, maar het belette me niet om er een voedzaam ontbijt van te maken. Er was thee beloofd, maar ik kon de waterkoker niet zo snel vinden tussen alle potjes en schaaltjes. Ik zie wel een theepot staan, maar ja, het ziet er niet uit als een waterkoker zoals ik die thuis heb. Pas wanneer ik beter naar de theepot kijk, zie ik dat er een schakelaartje achterop de pot zit: de theepot ís de waterkoker! Danish design zeker?

Een paar sfeerfoto's staan hier al, maar gedurende het verhaal staan er nog een aantal.

De binnenplaats van Sønderborg Slott
Gråsten Slott, aan de andere kant van het meer.
Intussen weer in Duitsland: Flensburg.
Nog verder in Duitsland, in de Kohlenpott nog well, hier Duisburg, of tenminste, Tiger & Turtle.

Fjorden

In de avond ziet dit er sowieso idyllisch uit, met mannetjes die er hun pilsjes aan het drinken zijn onder een goedkoop klein lichtje. Simpelheid.

Het is zondag, het weer is droog en op straat is het bijna uitgestorven. Ik loop van het huis met een klein omweggetje naar het treinstation. Ik passeer een kek oud kroegje, het bijna helemaal verlaten busstation en ik ga nog een supermarkt in om te kijken of ik nog iets meenemen zal (teleurstellend weinig, met een bakje vleessalade en kattetunger-chocolaatjes).

Station Sønderborg in al zijn nederigheid.

Om bij het treinstation te komen moet ik voor het eerst de brug over de Alssund oversteken. Ik tref een miezerig, klein stationnetje aan zonder ook maar enige allure. Het is een goedkoop strookje met en rechthoekig afdak. Ook hier staan rejsekortpaaltjes, met één paaltje voor inchecken en één paaltje voor uitchecken. Wat opmerkelijk is van deze paaltjes is dat eens in de zoveel seconden een paaltje ‘check ind!’ uitkraamt en soms lopen die herinneringen aan de reizigers flink vast, waardoor het eerder ‘che-che-che-che-che-check ind! ind! ind! ind!’ of ‘check ind!-check ind!’ wordt. Je zou er maar naast wonen, maar dat gaat in dit geval lastig, omdat er geen woonhuizen in de directe omgeving van het treinstationnetje staan – wel een college. Ik probeer voor de grap eens in te checken met mijn OV-chipkaart, maar de lezer komt telkens met een leesfout. Die geluiden van het in- en uitchecken zijn daarnaast ook nog eens heel anders, veel speelser.

Bij aankomst op het treinstation van Sønderborg weet ik al dat ik nog iets langer dan een uur heb eer mijn trein vertrekt. Ook op deze verbinding tussen Sønderborg naar de luchthaven van Kopenhagen onder de naam Lyntog geldt een magere tweeuursdienst. Op het moment dat ik daar op het station sta kan ik het ook wel begrijpen, want er is werkelijk helemaal niemand, maar ja, waarom zou je een uur vóór vertrek op het station al staan? Ik moest in ieder geval nog een kaartje voor de trein kopen, maar ik kom op dat moment erachter dat de automaat geen biljetten slikt: net als in Nederland, alles geschiedt met muntjes, of per pas. Het zorgt ervoor dat ik met geld teveel zit, en aan het einde van deze trip heb ik dus nog iets meer dan vijf euro aan Deense kronen waar ik later nog van af moet.

Om de tijd te doden loop ik nog wat rond in de stad, en bezoek ik de binnenplaats van het kasteel van Sønderborg. Ik had dit gisteren ook kunnen doen, maar toen was de deur dicht – nu was deze geopend. Er zijn een paar kanonnen en enkele gekke beelden, maar alles was dicht verder, want tja, zondag.

Sønderborg Slott
Waar het Deens strikt pragmatisch is moet het Duits poëtisch en het Engels filosofisch zijn. Het zal wel een reden hebben...
Ook dit soort dingen kennen ze in Denemarken.

Als ik eenmaal terug ben op het treinstation is het station flink wat drukker. Het stationnetje heeft een kort perronnetje waar nog net twee drieledige ‘Deense neuzen’ op passen (datzelfde type treinen die in België tenminste zo genoemd worden hebben hun naam van dit type Deense treinen) en iedere wagon is best goed gevuld. Wat alleen niet zo handig is gedaan is dat de trein precies één derde uit eerste klasse bestaat, met zetels die identiek zijn aan de tweede klasse. De treinen ogen oud aan van binnen, en van buiten wekken ze ook geen wauw-gevoel op. De tafeltjes zijn klein en de beenruimte heeft te wensen over. Wel rijden ze lekker rustig.

Een echte Deense 'Deense neus', in afwachting.

Ik hoef maar één halte met deze trein, tot aan Gråsten. Het is een stopplaats, net als Sønderland zowat, behalve dat Sønderland een kopstation is. Er is een stationsgebouw, maar deze lijkt al jaren dicht, en verder is er ook geen reet te vinden. Vanaf het moment dat de trein vertrekt komt het besef op: pas over twee waardevolle uren komt er een volgende trein. Stel je toch voor dat je die trein mist! Geen wonder dat mensen liever een auto nemen, dit is gewoon niet werkbaar. Dan hebben wij het in Nederland beter getroffen met over het algemeen tenminste twee treinen in één uur, in plaats van één trein per twee uur (enkele uitzonderingen daargelaten).

Station Gråsten heeft nog wel een best gebouw, maar de rest van het station is ronduit kaal, miezerig, pover en toch sfeerloos.

Gråsten is een klein dorpje waar ook niet veel te beleven is, maar het is de plek waar de zomerresidentie van de koningin staat, namelijk een slot met dezelfde naam als het dorp zelf. Het slot is helemaal wit, het ligt aan een meer en er ligt een grote tuin omheen. De tuin was deze dag open, ik kon het slot zelf ook aanraken, en het privézwembad van de koningin aanschouwen, alhoewel deze afgesloten is, vast vanwege de winter. Ik was zeker niet de enige die ook een kijkje kwam nemen, maar ik denk wel dat ik één van de weinige buitenlandse toeristen was die er rondliep.

Gråsten Slott van dichtbij.
Aanschouw hier het koninklijke zwembad van Gråsten, alhoewel deze afgesloten is voor de winter.
Het park dat het slot van Gråsten tot zijn terrein mag rekenen mag er ook wezen, alhoewel er nu nog weinig bloeit.

Na Gråsten werd het tijd om naar Flensburg in Duitsland te gaan, maar per trein is dat ronduit een hel, met een waardeloos, totaal niet op elkaar afgestelde dienstregeling, waarbij de trein uit Sønderborg géén aansluiting biedt op de eveneens tweeuurlijkse intercity naar Flensburg. Met ‘géén afsluiting’ bedoel ik dat er eigenlijk wel een aansluiting is, dan wel eentje van een rijkelijke 1 uur en 34 minuten, en om zo lang te moeten gaan wachten in datzelfde Tinglev dat ik eerder noemde, zul je hard-core Deens moeten zijn, en dat ben ik niet, dus opteer ik voor de eveneens tweeuurlijkse, maar wel directe bus naar Flensburg. Deze bus doet over dezelfde afstand twee keer zo snel als de trein: waar de bus er 53 minuten over doet om bij het busstation van Flensburg aan te komen nabij het centrum, doe je per trein er 2:13 uur over, met aankomst op het treinstation dat op een kwartier lopen van het centrum ligt. Daarbij rijdt de bus ook langs een mooiere route, langs het water, langs het fjord van Flensburg. Ook opmerkelijk is dat onderweg, eenmaal in Duitsland, als we eenmaal de enigszins bewaakte grens van Duitsland overgestoken zijn, er veel Deense winkels zijn op Duits grondgebied, die alle prijzen ook in Deense kronen hebben staan. Het is een belastingtechnisch spelletje, lagere prijzen voor de gemiddelde Deen, en de Duitse bus die pendelt tussen Flensburg en Kruså (net over de grens in Denemarken) zit ook altijd goed vol – deze rijdt iedere twintig minuten.

Hier nog eens duidelijk het onderscheid tussen de Bybus (geel) en de streekbus (blauw) bij een bushalte.
De enige grensoverschrijdende Deense bus van lijn 110 uit Sønderborg naar Flensburg.
Diezelfde bus rijdt langs het water, met zicht op enkele eilandjes.

Lopen in Flensburg doet je gelijk realiseren dat je weer in Duitsland bent. Graffiti, de bekende namen van zaken die je overal in Duitsland tegenkomt en de significant grotere gebouwen met pleisterwanden. Ik merk wel dat het inderdaad een gelijknamig ‘fjord’ heeft (niet zo’n fjord zoals je die in Noorwegen aan zou treffen), want om door de stad te komen zijn er wel wat heuvels die beklommen moeten worden. Het stadje heeft in het centrum een leuk beeld, met de binnenhaven en de huizen die toch ergens wel wat Scandinavisch aandoen, maar echt Scandinavisch voelt het niet.

Flensburg
En nog meer Flensburg

Flensburg alleen is niet zo spannend, dus besluit ik om nog met de bus (wederom een tweeuursdienst, alhoewel dit ditmaal komt omdat het zondag is – alles is van tevoren goed uitgekiemd!) naar Glücksburg te rijden, alwaar het kasteel van Glücksburg staat, zodat het aantal kastelen dat ik deze dag gezien heb op drie komt. Een wit pareltje van de Renaissance, geheel omringd door water – het ligt immers midden in een meer.

Een toegang naar het eiland waar Schloss Glücksburg op staat.
Schloss Glücksburg vanaf het eiland.
Schloss Glücksburg, vanaf het vasteland.

Het dorpje zelf is niet zo bijzonder, maar omdat de bus slechts eens in de twee uur rijdt, trek ik het bezoek iets breder door naar de kust, van waaruit het Denemarken waar ik enkele uren terug nog per bus heb gereden te zien is. Nou ja, te zien… het was intussen best mistig geworden en los van enkele donkere plekjes aan de hemel was er niet veel te zien. Het begon ook donker te worden en te spetteren. De wandeling terug naar Glücksburg (met het kasteel) en het busstation aldaar, ging eigenlijk niet zo lekker, want ik had een onverharde weg gekozen – en de verkeerde schoenen erbij. Het heeft geregend, dus was dat pad modderig geworden en dat werd nogal een zootje. Met veel omlopen, over boomstammen lopen, over blaadjes lopen enzovoort kwam ik dan toch aan in Glücksburg, en wel binnen een kwartier voordat de bus aan kwam rijden, in de duisternis en de stortregen. Na aankomst in Flensburg heb ik nog twee uur te doden tot aan de aankomst van de Flixbus die mij naar Düsseldorf moet brengen. Ik dood de tijd door een tijdje in de enige eettent te gaan zitten die open is op zondagavond – de McDonald’s door er een broodje spare-rib te eten. Na dat avondeten loop ik direct naar het treinstation en verbreng ik de tijd daar maar, door de nieuwe Twindexx-dubbeldekkers en de Deense intercity uit Fredericia eens nader te onderzoeken.

Deze treinen zijn nieuw in Duitsland en voor Duitse begrippen zijn ze uniek, omdat dubbeldekkers in Duitsland normaliter getrokken of geduwd worden door locomotieven. Deze Twindexx'jes echter hebben geen locomotief nodig en kunnen - net zoals de VIRMs hier in Nederland - zelfstandig rijden. Nieuwe treinen zouden niet nieuw zijn als ze in het begin niet volgestouwd waren met kinderziektes, zo waarschuwde bahn.de al ervoor dat ritten die uitgevoerd worden door 'treinen van het type Twindexx' wel eens spontaan uit zouden kunnen vallen. Happy days!
Aan de Denen hoef je ook niet te vragen over hun ervaringen met nieuwe treinen die allerhande mankementen hebben in het begin. Treinen van het type IC4 waren aangekocht bij AnsaldoBreda (precies die ja), nog vóór de NS de V250 (Fyra) aanschafte en toen al wist iedereen: dit is een stuk ellende op rails. De IC4'tjes staan nu allemaal aan de kant weg te roesten en binnen enkele jaren worden ze allemaal definitief uit de dienst genomen. Hopeloos. De trein die hier afgebeeld staat is géén IC4 - het is een "Deense neus" (naar Belgische begrippen, omdat hetzelfde model treinen in België als eerst in Denemarken te zien waren) en deze rijden al enkele decennia. Zij wel.

Mijn nachtbus vertrekt vanaf de binnenplaats van het treinstation, en het is weer zo’n rit waar je nauwelijks in slaap kan raken omdat er steeds mensen in- of uitstappen en de deur van het toilet nooit echt helemaal lekker sluit en onderweg de hele tijd openklapt en beukt tegen de wand van de bus. Heerlijk. Tussen Flensburg en Kiel kom ik wat aan de praat met een paar studenten die naar Kiel toe moeten. Flixbus is voor hen een stuk goedkoper dan de trein, en in de avond zijn er geen directe treinen meer naar Kiel, dus de keuze is snel gemaakt. Later komt er een andere Duitser naast me zitten die uit Kiel komt en helemaal naar Bochum toe moet voor de liefde. Je moet er wat voor over hebben, maar als er een relatief goedkope directverbinding voor is…

Niederrhein verkennen onderweg naar Nederland

Aankomst in Düsseldorf in de ochtend, net na zessen, maar wel stipt. Het is nog helemaal donker en dat gaat natuurlijk niet helpen voor wandelingen. Ik wil de wandeling beginnen in Duisburg, maar als ik de eerste de beste trein daar neem, is het nog steeds donker wanneer ik aankom in Duisburg, dus besluit ik maar om een uurtje in Düsseldorf te blijven en wat ontbijt te nemen en uit mijn boek te lezen.

De trein die ik dan neem naar Duisburg is de trein naar Arnhem en veel plaatsen zijn al bezet op deze vroege maandagochtend. Het is wel een kort ritje, dus echt lang ‘genieten’ kan ik niet zo van deze rust. Duisburg Hbf daarentegen lijkt verhoudingsgewijs wel drukker dan de trein waar ik net ingezeten heb. Het is maar een apart station, waarbij ik eigenlijk helemaal niet terug kan vinden waar de hoofdingang is. De enige ingang die ik vinden kan is deze aan het uiteinde van de perrons, buiten de hoofdperronoverkapping, waarde bussen, trams en metro’s nogal verborgen opgesteld staan. Het hele stationsplein is daarnaast ook nog eens een grote bouwput.

Duisburg Hbf, in de ochtend.

Van grote stations vind ik het altijd maar moeilijk om te bepalen waar je naartoe moet. Op zich is mijn richtingsgevoel niet fantastisch, en dat komt zich helemaal tot uiting op het grote stationsplein van waaraf ik een bepaalde weg in moet lopen, maar ik kan de weg in kwestie niet vinden, waardoor ik uiteindelijk de verkeerde weg in loop, maar op de één of andere manier wel uitkom op mijn bestemming: een metrohalte nabij Steinsche Gasse. Mis hierdoor wel wat potentieel interessante gebouwen, maar ik loop – omdat ik gemerkt heb dat ik eigenlijk nog best veel tijd over heb gehouden – nog wel een rondje om onder meer de kathedraal eens goed te bekijken.

De binnenstad van Duisburg

Na het rondje is het tijd voor de tram naar Tiger & Turtle, wat nogal een aparte naam is voor een kunstwerk die voor Duisburg toch wel een beetje als een beeldbepalend ding wordt beschouwd. De tram is eigenlijk niet zo heel erg druk tegen deze tijd, maar ja, waar de tram heengaat is eigenlijk alleen maar naar plekken waar het inklokmoment allang afgelopen is: één groot industrieel gebied, met allemaal gigantische fabrieksterreinen en wat allemaal niet waarmee de Kohlenpott en het Ruhrgebiet in het algemeen altijd geassocieerd worden. Ik heb van de tram verwacht dat deze hoe dan ook overal stoppen zou, maar dat doet deze tram precies bij mijn halte niet, waardoor ik een stuk terug mag lopen.

Even buiten Duisburg, in de ware Kohlenpott.
Industrie I tell ya.
Tiger & Turtle.

Tiger & Turtle staat bovenop een heuvel en die heuvel is te beklimmen in een spiraal, dat wil zeggen dat je steeds rondjes moet lopen om de berg op te komen. Ik heb zo lang niet, dus besluit ik om maar een snellere route uit te vogelen, namelijk door de heuvel rechtdoor te beklimmen, door het verzamelingetje aan bomen en over de aarde, maar ja, het heeft geregend en de grond is vochtig geworden en daarmee glad, waardoor ik eigenlijk gewoon de hele tijd uitglijd. Ik gebruik bomen en stammetjes om me aan vast te houden (en om me mee af te zetten) maar soms verlies ik toch mijn evenwicht en glij ik weer omlaag. Ik beperk de schade dan nog door van mijn vingers ‘klauwen’ te maken en zo het verder glijden te voorkomen, maar ja, daar worden mijn vingers, schoenen en broek best vuil van. Hoe dan ook: ik kom op een gegeven moment helemaal boven en ik heb een mooi uitzicht over de stad en de regio. Het is echt een gigantische industriële regio met wijken waar ik me van afvraag hoe de meerderheid van de bewoners van de huizen die vlak naast die staalplantages en wat allemaal nog meer nog niet allemaal dood zijn aan diverse soorten kanker. De weg naar beneden is zowaar net zo’n feest als de weg naar boven, alhoewel het moeilijker lijkt omdat je de zwaartekracht anders moet interpreteren. Je kunt je afvragen: wat is dat voor onzin? Wel, als je probeert om rechtdoor een heuvel af te lopen heb je waarschijnlijk een grotere angst om voorover te vallen en de ellende in te duiken met allemaal bomen, takjes en wat nog niet meer op de bodem, dan wanneer je achteruit de heuvel af probeert te lopen; dezelfde manier waarop je de heuvel omhoog bent gekomen. Enfin, de paden van de heuvel van Tiger & Turtle zijn zo lang en vaag neergelegd dat ik de hele spiraal niet afloop en door de aarde direct naar de tramhalte toe ga. Het oude trammetje brengt me naar het eindpunt van de lijn Mannesmann Tor 2, waar ik een overstap heb van de tram met kwartierdienst naar een bus met uurdienst, langs de vele fabrieken, een bushalte met de naam ‘Plastic’ en over de Rijn, richting Uerdingen.

Een tram vanuit Mannesmann Tor 2.

Uerdingen is best een aardig voorstadje van Krefeld met her en der toch wat monumentjes en verder een degelijk overkomen. Ik zal er niet veel tijd besteden, omdat ik hier direct overstap op de tram naar Krefeld. Eigenlijk vond ik het nog een verrassing dat er überhaupt een tram te vinden is, net zoals dat er een tram van Duisburg naar Dinslaken toe rijdt, maar het OV in de Kohlenpott is af en toe nog uitgebreider dan ik zelf kan inschatten. Waar de industrie zoal niet goed voor kan zijn.

Krefeld
Meer Krefeld.
In Nordrhein-Westfalen rijdt nog een hoop oude trams en metro's, maar deze trams in Krefeld vormen hier wel een uitzonderingetje op..
Nordwestbahn in Krefeld Hbf.

Voor aankomst in Krefeld Hbf stap ik onderweg nog een paar keer uit om wat van Krefeld te zien, maar uiteindelijk is het toch tijd om het ergens toch best mooie hoofdstation van Krefeld aan te doen om op te stappen op een stoptrein van de Nordwestbahn. Dit dieseltje van het type Lint zal ik gebruiken tot aan Geldern. In Geldern zet ik mijn eerste voetstappen binnen Niederrhein per trein, om al vlot na die eerste stappen een snelbus te nemen naar Kamp-Lintfort, waar ik over moet stappen op een bus naar Rheinberg, ook in Niederrhein. Die overstap is erg lang, dus zie ik kans om een bezoekje te brengen aan de Real om wat koopjes te doen die normaliter niet in Nederland gedaan kunnen worden.

Niederrhein is één van de regio’s die ik eigenlijk al enkele jaren lang bezoeken wil, maar tot nog toe niet gedaan heb omdat ik in de loop van de jaren andere bestemmingen de voorkeur heb gegeven, samen met een aanhoudend credo ‘van uitstel komt afstel’. Het gebied is lang niet zo aantrekkelijk geweest om naartoe te gaan op prijsvlak omdat het tariefsysteem relatief gezien een uitstapje vrij duur maakt. Niederrhein valt, net als een groot deel van Nordrhein-Westfalen onder het ‘Verkehrsverbund’ VRR, wat maakt dat alles dat binnen dat verbond eigen prijzen hanteert voor alles dat met ‘Nahverkehr’ te maken heeft. De VRR hanteert, net als alle andere verbonden trouwens, ‘Preisstufen’, die (veralgemeniseerd) eigenlijk gewoon het aantal zones (‘Waben’) inhouden. Enkele jaren terug waren er vijf Preisstufen, van Preisstufe A (binnen één zone) tot Preisstufe E (alle zones). Preisstufe D sloeg dan op ongeveer 75% van het ‘Geltungsbereich’ van de VRR vanuit het westen gezien, óf ongeveer 75% van datzelfde ‘Geltungsbereich’ vanuit het oosten gezien, wat eigenlijk gewoon nergens op sloeg. Dat heeft men bij de VRR zelf ook ingezien en vandaag de dag zijn er maar vier Preisstufen, waarbij sinds december 2017 Preisstufe C een eigenaardigheid heeft gekregen, waarbij er nieuwe zones zijn gevormd, met daarbinnen óók zones, wat maakt dat je evengoed een dagkaart kunt kopen voor een kleinere ‘regio’ dan enkel voor het hele VRR, en een grote gebied hebt dan enkel een gebied van twee aaneengesloten zones vanaf de zone waaruit je begint. Enfin, Preisstufe C is interessant geworden, maar ik heb er op het moment van reizen niet zoveel aan gehad omdat ik vanuit Düsseldorf helemaal naar Nijmegen toe moest, en ja, Nijmegen maakt deel uit van de VRR, net als Arnhem, Millingen aan de Rijn en ’s-Heerenhoek.

Los van het prijsverhaal: Niederrhein vind ik zo interessant om te zien, omdat het eigenlijk heel Nederlands aanvoelt als ik puur naar de kaart kijk en foto’s bekijk van de plaatsjes die er liggen. Namen als Kleve, Geldern, Goch, Kevelaer, Kerken en Kempen klinken ook hartstikke Hollands, al dan niet met een klein beetje verduitsing. Een stukje van dit gebied was na de Tweede Wereldoorlog een tijdje Nederlands geweest, namelijk Elten en Tüddern, nadat eerder het zogeheten Bakker Schut-plan volkomen genegeerd werd door de geallieerden, waarin gepropageerd werd om een veel groter gebied te claimen, bestaand uit alles ten westen van de rivier Weser en de Rijn, dus inclusief steden als Keulen en Münster. Dromen mag natuurlijk, maar het verdrijven van miljoenen Duitsers viel niet zo in de smaak geloof ik. Uiteindelijk werden beide gebieden teruggegeven aan Duitsland, weliswaar nadat Duitsland een ‘Wiedergutmachung’ à 280 miljoen Duitse mark had betaald aan Nederland.

Carnaval wordt in Rheinberg schijnbaar wel gevierd.
Een net centrumpje toch wel.
Het zou eigenlijk net Nederland geweest kunnen zijn.
Ware het niet dat Rheinberg wel degelijk in Duitsland ligt. De bushaltebordjes verraden alles eigenlijk ook al.
Je moet maar een vrijheidsbeeld in je achtertuin willen.

Terug naar waar ik gebleven was: Rheinberg. Het is een klein plaatsje dat een eigen treinstationnetje heeft op de lijn tussen Duisburg en Xanten en net als enkele andere plaatsen binnen Niederrhein is van bovenaf te zien dat hier vroeger een stadsmuur gelegen heeft. Het is een schattig dorpje met een lokaal sfeertje en ik hoop eigenlijk meer van ditzelfde tegen te komen bij toekomstige bezoeken aan dit gebied, want ondanks dat ik na Rheinberg nog naar Xanten toe ging, begon het flink te regenen, wat maakte dat ik maar direct doorreed naar Kleve, om daar een half uur te wachten op de bus naar Nijmegen.

Het stationnetje in Rheinberg maakt deel uit van een enkelsporig lijntje tussen Duisburg en Xanten, via (de) Alpen als curiosum, alsof de naam 'Xanten' nog niet genoeg een curiosum is met zijn unieke beginletter.
Xanten, vlak voor de regenbui.

Tijdens het wachten op het station van Kleve is het inderdaad flink aan het hozen, maar wat me meer opviel is dat het spoor daar een enorme vuilnisbelt is, waarbij iedereen aan het einde van de lijn zijn afval neerpleurt. Niemand geeft er schijnbaar iets om, en niemand wil het ook opruimen. In deze regio heeft de jeugd een groep problemen, en die bestaan vermoed ik zo uit verveling, drank en andere dingen die verboden zijn. Nog eerder, terwijl ik aan het wachten was op het station van Rheinberg, zat er een ventje naast me van volgens mij nog niet eens 16 jaar oud die rustig shag aan het draaien is alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Volkomen van het padje af, maar het kan ook maar aan mijn beperkte wereldje liggen waarin dit enigszins een taboetje is. Ik denk vooral het laatste.

Station Kleve, tijdens de regenbui.
De 'gelegitimeerde' vuilsnisbelt van het eindpunt.

Ik blijf die busrit naar Nijmegen toch erg lang duren – het duurt iets minder dan een uur om van Kleve naar Nijmegen te komen en voor een snellijn is dat eigenlijk onaanvaardbaar, zoals deze wordt gepropageerd (SB58, wat ook een grappig lijnnummer is, omdat SB evengoed ook 58 had kunnen zijn, waarbij de S de 5 is en de B de 8). Och, als die spoorlijn tussen Nijmegen, Groesbeek, Kranenburg en Kleve toch weer in gebruik zou zijn voor reizigersverkeer… dan moeten de inwoners van Groesbeek toch wel hun NIMBY-toewijding verloren hebben eer dat zo ver zal komen. Arnhem-Emmerich is alvast een goed voorbeeld van zoiets dat nu weer opnieuw ingesteld is. Ik mag in ieder geval nog eens twee uur lang gaan reizen als een bonusje, van Nijmegen naar huis, maar ik voel me alvast weer een beetje thuis, zo in een eeuwig oud aanvoelende VIRM met die paarse pluche zetels.